Zaterdag 18 juli – dag 5
Indal – Indal
Het oorspronkelijke plan was om door te rijden naar Tornio in Finland, maar toen zouden we nog twee weken weg, niet tien dagen. Vanaf Sundsvall was Haparanda/Tornio nog 650km. Door de afstand en de tijd die we nog hadden hebben we besloten niet door te rijden maar Sundsvall als meest noordelijke punt van onze vakantie te laten. ’s Morgens meteen de stuga een dag verlengd en bedacht wat we zouden gaan doen. We zijn eerst naar Kramfors gereden. Daar hadden we een leuk huis te koop zien staan voor erg weinig geld (2 woonhuizen, stallen, garage, zomerhuisje, 5ha grond voor 30.000 euro) en we wilden die omgeving wel eens bekijken. Kramfors ligt in de buurt van de Höga Kusten, een gebied dat op de Werelderfgoed lijst van UNESCO staat. Het is echt schitterend! Helaas hebben we er maar een klein stukje van gezien.
Bij de camping hadden we een kaart met een route langs toeristische uitstapjes gekregen. Die hebben we gevolgd. Eigenlijk zouden we die dag niet zoveel rijden, maar 200km later zaten we nog steeds in de auto richting het westen. Even gestopt bij de Döda Fallet ‘dode waterval’, een plek waar de rivier waar de route langs loopt vroeger liep. Bij een poging tot het aanleggen van een kanaal om de waterval te omzeilen is er een dam doorgebroken. Dit is één van Zweden’s bekendste natuurrampen. Lees meer. Ook hier is weer zo’n houten pad het gebied in, dit keer met veel trappen. Omdat het erg warm was en mijn knie pijn deed hebben we die overgeslagen. Het uitzicht vanaf het startpunt was al erg mooi.
Een bezoekje aan het Thaise Paviljoen hebben we overgeslagen. Te toeristisch.
In de zomer kan je in Zweden overal langs de weg, in de supermarkten en in de stad aardbeien kopen, dat moesten we natuurlijk proberen! Lekker en niet duur, 25 kronen voor een flinke bak. Natuurlijk weten ook de Zweedse aardbeienverkopers hoe ze toeristen moeten afzetten en kregen we twee bakken terwijl we om eentje hadden gevraagd. En wel twee betalen uiteraard. Ik had geen zin om er een punt van te maken, het is geen straf om twee dozen aardbeien leeg te moeten eten! Meteen even pauze gehouden aan de rivier. Het laatste deel van de weg was erg saai. We kwamen steeds hoger in de heuvels, waardoor je alleen nog naaldbomen en rotsblokken zag.
Ons einddoel was het eiland Frösön, bij Östersund. Op dit eiland is een flinke heuvel met daarop een uitkijktoren op 486 meter hoogte. De weg er naartoe was een flinke uitdaging, zowel voor Lammert als voor ons autootje. Het laatste stukje was enorm stijl en we vroegen ons af of het wel te doen zou zijn. Pas toen we mensen met vergelijkbare auto’s naar beneden zagen komen hebben we een poging gewaagd. Lammert moest daarna wel even een rookpauze nemen om bij te komen. Bij de uitkijktoren besloten om de lift naar boven te nemen. Dat was niet zo’n goed plan. Toen ik erin stapte zakte hij een paar centimeter naar beneden! En het geheel kraakte en wiebelde en was nogal instabiel. We zijn met knikkende knieën en zweethanden uitgestapt. Het uitzicht was geweldig, maar we kregen er spontaan hoogtevrees van. En we waren niet de enigen. Iedereen hield zich goed vast aan het randje. De lift durfden we niet meer te nemen, dus we zijn met de trap naar beneden gegaan. De afdaling met de auto viel gelukkig mee. Onderaan de heuvel werden we met een groepje auto’s aan de kant gezet voor een blaastest.
We zijn via de E14 – de weg van Trondheim (Noorwegen) naar Sundsvall – teruggereden en nog even in Sundsval rond gelopen. Bij de camping hebben we foto’s gemaakt van de rivier bij zonsondergang.
530km – Terwijl we eigenlijk niet zo lang in de auto wilden zitten die dag…
Grotere kaart weergeven