1. Dinsdag 27 juli Groningen NL – Hobro DK
Maandag hebben we al zoveel mogelijk ingepakt en in de auto gestopt. Huis schoongemaakt, briefje voor de kattenoppas geschreven en op tijd gaan slapen. Dinsdagochtend gaat de wekker om 6u en om 7u zitten we in de auto. Het eerste deel van onze reis verloopt prima. Door de wegwerkzaamheden tussen Bremen en Hamburg lopen we iets vertraging op, maar rond half 11 zijn we bij de Elbe-tunnel. Voor mijn claustrofobische vriendje geen fijn ding, maar helaas onvermijdelijk. Tot nu toe worden we tijdens elke vakantie wel een keer aan de kant gezet door de politie of douane. Een langharige Hollander met een wenkbrauwpiercing achter het stuur (geen tatoeages, die heb ik) en een auto die hier en daar met tie-rips bij elkaar wordt gehouden (bumper) en een beste deuk heeft, is natuurlijk enorm verdacht. Toen er een polizei-auto voor ons ging rijden waren we dan ook niet verrast toen het bordje ‘bitte folgen’ ging branden. Natuurlijk hebben we nooit drugs bij ons en die twee flessen wijn achterin zijn ook niet verboden. Toch werd al het papierwerk uitgebreid gecontroleerd, maar alles bleek in orde en uiteindelijk worden we door de heren keurig teruggebracht naar de snelweg.
Het plan is om in Denemarken te overnachten. We hebben tickets voor de boot van Hirtshals naar Kristiansand op woensdag en willen zo ver mogelijk in het noorden slapen, zodat we woensdag rustig aan kunnen doen. Het is Hobro geworden, zo’n 120 kilometer onder Hirtshals. De camping ligt pal achter de Arla-fabriek en leek in eerste instantie niet zo spannend. De onvriendelijke receptioniste was ook geen pluspunt. Het is echter een mooie locatie bovenop een heuvel (fabriek was niet te zien of te horen) en we hebben veel reistips gehad van mede-vakantiegangers. Omdat we maar één nacht zouden blijven hebben we in het opgooitentje geslapen. Minder handig is dat we in geen enkele supermarkt met onze pinpassen kunnen betalen. Geld uit de automaat halen kan wel, maar is niet handig omdat we niet lang in Denemarken blijven. Uiteindelijk vinden we een supermarkt waar het wel kan. Tentje staat snel (weer inpakken was even prutsen), maar is erg krap voor twee matjes.
2. Woensdag 28 juli Hirtshals DK – Mandal NO
We zijn om half 11 bij de boot, die om 12.15 zou vertrekken. Ruim op tijd dus. Tijdens het wachten wat gewandeld en een boek gelezen en op de boot hetzelfde gedaan. Het is een saaie overtocht en erg druk aan boord. De boot vertrok wat te laat en kwam daardoor ook later aan dan gepland. Het duurde erg lang om het terrein van de haven af te komen, omdat vijf rijstroken uiteindelijk moesten worden samengevoegd tot eentje. Om twintig over vijf waren we eindelijk op weg en te gaar om nog een heel eind te rijden. We zijn richting Stavanger gereden, om de eerste de beste camping buiten Kristiansand te pakken. De route vonden we best spannend met hellingen, krappe bochten en tunnels – slechts een voorproefje van wat we de rest van de vakantie zouden tegenkomen. In Mandal is de camping snel gevonden. Onze nieuwe tent voor het eerst opzetten blijkt nog wel even lastig, maar hij is geweldig! Wat een ruimte!
Na het eten een stuk gewandeld. Achter de camping is een wandelroute, die onder andere naar een uitkijkpunt lijdt vanwaar je de hele camping kan zien. Daarna lopen we nog een aantal kilometer door het bos en snuiven we onze eerste Noorse natuur op.
3. Donderdag 29 juli Mandal – Stavanger
Zoals gewoonlijk zijn we vroeg wakker (rond 7 uur). Tijd genoeg voor een ontbijtje, zooi opruimen, de tent op ons gemak afbreken en uitchecken. Ons einddoel is Stavanger. We rijden via de snelweg, met veel tunnels. Sommige zijn kilometers lang, gaan omhoog, omlaag of er zitten bochten in. De maximum snelheid van 60 kilometer per uur halen is soms best lastig. Bij Moi zijn we even van de weg af gegaan, maar het bleek er niet zo interessant. Daarom doorgereden naar Flekkefjord waar we boodschappen hebben gedaan en aan het water een broodje hebben gegeten. Onderweg hier en daar gestopt om foto’s te maken van de prachtige omgeving. Als we een eeuwenoude stenen brug tegenkomen, kan ik de verleiding niet weerstaan om in het ijskoude water stappen.
In Sandness hebben we verwoede pogingen gedaan om de tourist info te vinden. Na drie keer de bordjes opnieuw volgen en uiteindelijk bij een benzinepomp iemand vragen waar het was, lukte het pas. Stapels folders meegenomen en daarna op zoek naar een camping. Er waren drie opties: Sandness, een camping aan het strand of de stadscamping in Stavanger. Sandness was niets, dus doorgereden naar het strand. Dat zag er op zich leuk uit, maar er stond een harde wind die direct vanaf de zee de camping op waaide. Het was grijs en grauw en koud! Gelukkig was er in Stavanger nog plek voor ons. De receptioniste vertelde dat er een eet-festival in de stad was (met Gordon Ramsay!). Tentje opgezet, even rondgehangen en daarna naar het centrum gereden. Langs de haven stonden honderden standjes met eten uit alle delen van de wereld. Het was erg druk, maar gezellig. We hebben ons gewaagd aan een spiesje met kip en eentje met varkensvlees en staan twijfelen over een helikoptervlucht van vijf minuten. Stoer, maar duur en een beetje te spannend met zoveel wind. Watjes zijn we! Terug bij de tent nog wat gegeten, een stuk gewandeld en het plan voor de volgende dag gemaakt. We blijven niet in Stavanger, we willen de natuur in!
4. Vrijdag 30 juli Stavanger – Odda
Helaas heeft het de hele nacht geregend en is alles buiten zeiknat. We gaan uitgebreid douchen en pakken na het ontbijt de natte tent in. Vanuit het centrum van Stavanger nemen we de boot naar Tau en vanaf daar de provinciale weg (de 13) naar Nesvik. We rijden langs het fjord. Prachtig, maar een erg spannende route, met heel veel hoogteverschil, smalle wegen waar het echt krap wordt als je een camper of auto met caravan tegenkomt, krappe bochten en lage vangrails die ineens ophouden bij een scherpe bocht met een afgrond pal langs de weg. En dat met slecht weer en dus ook slecht zicht. Jakkes. We zijn vaak gestopt om foto’s te maken. Onze eerste ‘echte’ grote waterval moet natuurlijk worden vastgelegd!
Bij Nesvik en later bij Sand moeten we weer een stukje met de boot. Onderweg volgen we de bordjes naar een punt in de rivier waar zalm wordt gevangen. De gekweekte zalmen die zijn ontsnapt en de zieke vissen worden uit het water gehaald, gezonde wilde zalm wordt maximaal 24 uur vastgehouden en mag dan verder trekken. Helaas voor mijn vriendje kan je nergens een gerookt exemplaar kopen. Vanaf Sand nemen we de 520 naar Sauda. De weg is zo mogelijk nog smaller en heftiger dan de 13. Het weer wordt slechter en bovenop de berg rijden we een hele tijd in een wolk, waar het zicht minder is dan 50 meter. Tegenliggers zijn pas op het laatste moment zichtbaar, dus we rijden langzaam. Als je dan op 950 meter hoogte vlak langs een randje rijdt, is dat wel even slikken. Uiteindelijk kwamen we bij een brug waarvan het einde in de mist verdween en die zo smal was dat tegemoetkomende auto’s niet konden passeren. Dat was even teveel van het goede. We hebben de auto even geparkeerd om bij te komen en moed te verzamelen. Net op dat moment scheurde er een Nederlander voorbij, gevolgd door twee Noren, die zo de brug over reed. Er achteraan dus! Met de achterlichten van onze voorganger in zicht voelden we ons een stuk prettiger. Na een stukje hoogvlakte ging het met haarspeldbochten naar beneden.
We zijn doorgereden naar Odda, waar de zoektocht naar een camping begon. De eerste hebben we overgeslagen, de tweede was ook niets. In de campinggids (niet van de ANWB) stond nog een rustige camping langs het fjord, maar zonder adres en op onze Noorse campingkaart stond deze niet aangegeven. We zijn op de gok gaan rijden, en met succes! Een kleine camping aan het water, met overal om ons heen watervallen en aan de voet van de gletsjer. Het water van het fjord heeft een bijzondere blauwe kleur vanwege de gletsjer. Hier blijven we twee dagen.