Reisverslag Zweden deel 3

8. Dinsdag 3 augustus Årjäng – Jönköping
Ondanks de matige staat van het huisje hebben we heerlijk geslapen. Typisch trouwens, we hebben de goedkoopste stugas van de camping en zitten daarom weer tussen de Nederlanders. We staan vroeg op om in alle rust uitgebreid te kunnen douchen. Het sanitair is super luxe vergeleken met dat van de andere campings waar we hebben gestaan. Ruim, heel erg schoon (zelfs voordat de schoonmakers er waren, die kwamen binnen toen we onder de douche stonden) en met vloerverwarming. En met een flinke straal heet water. Helemaal top! Daarna weer in bed gedoken om nog wat bij te slapen, omdat we geen tentje hoeven af te breken nemen we iets meer tijd. Ook vandaag hebben we niet echt een plan wat betreft waar we willen slapen. We rijden via Åmål naar Borås en gaan onderweg naar een natuurreservaat met een jachtmuseum. We hadden verwacht allemaal opgezette beesten te zien, met bloederige beelden en trotse jagers. Het was echter vooral een educatief museum over het gedrag, de leefomgeving en lichamelijke kenmerken van de eland. Wat ze eten, waar ze zich het liefst bevinden en hoe je ze het beste kan opsporen. Op de begane grond zijn 28 interactieve elementen, waar je vanalles kan uitproberen. Soms door oren op je hoofd te zetten, een andere keer door iets te voelen of te ruiken of met een computer dingen aan te wijzen. Boven gaat het meer over het jagen zelf. Lammert probeert uiteraard het geweer en schiet meteen de eerste keer in de roos. We zijn te gaar voor een lange wandeling, en houden het na het bezoek aan het museum bij een ijsje voor we verder rijden. Onderweg spotten we een wilde eland, die aan de bosrand staat te grazen. Bij Borås twijfelen we nog even over een bezoekje aan de dierentuin, maar het is al vier uur en ik heb enorme blaren op mijn hakken. We nemen alleen het foldertje mee en gaan boodschappen doen. We zijn een uurtje later in Jönköping en zoeken de camping op waar we vorig jaar ook een nacht zijn geweest: Lovsjöbadens camping, zo’n dertien kilometer onder de stad. Er is plek en we besluiten meteen om een aantal dagen te blijven, zodat we de omgeving goed kunnen verkennen. Het is prachtig weer, dus we kunnen eindelijk een flinke lap vlees op de barbecue leggen. Dat is in Noorwegen niet gelukt vanwege de regen. Jammie!

Tentje op Lovsjöbadens camping

Tentje op Lovsjöbadens camping

Uitzicht vanuit de tent op het meer

Uitzicht vanuit de tent op het meer

9. Woensdag 4 augustus Jönköping
Natuurlijk zijn we weer vroeg wakker, maar we hoeven niet in te pakken en af te breken, dus we blijven nog even liggen. Na het ontbijt rijden we naar Jönköping om MyggA te kopen en naar de tourist info te gaan. Daar hebben ze gratis internet, dus check ik even heel snel mijn mail, terwijl Lammert buiten staat te roken. Bij de TI vinden we eindelijk ook een witte rendiersticker voor op de auto. We twijfelen nog even over een spaarvarken in de kleuren van de Zweedse vlag, maar laten ‘em toch staan. We besluiten naar Gränna te rijden, een dorpje 30km boven Jönköping, vanaf waar de boot naar Visingsö gaat, het eiland in het enorme meer waar Jönköping en Gränna aan liggen. We nemen de E4 naar het noorden en draaien even voor Gränna de snelweg af, omdat er iets toeristisch te doen is volgens de bordjes. Het blijkt een polkagrisfabriek te zijn. In 1859 bedacht een jonge weduwe uit Gränna een recept om zuurstokken te maken en kreeg toestemming van de overheid om deze te gaan produceren en zo haar gezin te kunnen onderhouden. De traditionele polkagris is rood met wit en smaakt naar pepermunt en natuurlijk een berg suiker. Het recept bleef tot haar dood geheim. Tegenwoordig heb je polkagrisar in allerlei (vreemde) smaken en kan je overal in het stadje bij fabriekjes zien hoe ze gemaakt worden. En natuurlijk polkagrisar en snoepjes kopen. We nemen er zes (voor de prijs van vijf) mee in de meest bizarre smaken: whisky, piratensmaak, tequila (met een beetje zout en citroen), vampiersmaak (met bloedsinaasappel en drop), rabarbersmaak en uiteraard de originele met pepermunt.

Polkagris

Polkagris

In Gränna is het enorm druk en zijn de winkels bomvol. Niet alleen met toeristische meuk, maar ook met de toeristen zelf. Als mijn oog weer valt op het spaarvarken in Zweedse kleuren, en hij goedkoper is dan bij de tourist info, besluiten we om hem dit keer wel mee te nemen. We kunnen met een briefje van tien euro betalen, en krijgen het restant in Zweedse kronen terug. Omdat het zo druk is gaan we niet naar het eiland. In plaats daarvan kopen we in de supermarkt een broodje en wat te drinken en slenteren op ons gemak terug naar de auto. Onderweg naar Jönköping zie ik een eland liggen slapen naast een rij plastic hooibalen. In de stad haalt Lammert een stuk vers gerookte zalm met honing in de haven, dat hij aan het water opeet. Daarna rijden we terug naar de camping en doen we een tukkie. We doen die avond een flinke was en spannen een lijntje van de tent naar een boom om de boel aan op te hangen. Helaas wordt het later op de avond wat vochtig, waardoor we het toch binnen in de tent moeten laten drogen. We eten een flinke fruitsalade en vechten met de wespen die op de zoetigheid afkomen. Muggen zijn er gelukkig niet zo veel dit jaar, maar wespen zijn ook niet echt welkome gasten.

lovsjo3

Het is een stuk drukker geworden op de camping, vooral op het veldje waar de tenten staan. Als iets verderop een Frans busje stopt en er zeven kinderen uitrollen die allemaal hun eigen opgooitentje bij zich hebben, staan we vol verbazing te kijken. Kamp Quechua. Uiteraard staat de (veel te dikke) vader (met grote snor en vettig lang haar) er alleen een beetje bij te kijken en laat zich af en toe gelden door een beetje te commanderen. TV heb je hier niet nodig vanavond, dit is veel leuker om te zien!

10. Donderdag 5 augustus Jönköping
We slapen vandaag uit! En na een ontbijtje stappen we in de auto voor een ritje naar Tranås. We rijden via Eksjö naar Aneby. Daar schijnt de hoogste waterval van de provincie te zijn en we zijn benieuwd of we hem kunnen vinden. Dat blijkt niet zo moeilijk, het is dé trekpleister van Aneby. We parkeren bij een midgetgolfbaan en steken de weg over om de waterval van dichtbij te bekijken. Na de indrukwekkende waterpartijen die we in Noorwegen hebben gezien is het natuurlijk niet zo enorm spectaculair, maar zeker de moeite waard. Vooral ook omdat er een houten trap helemaal naar beneden gaat, waarna je met een bruggetje het water over kan en aan de andere kant weer met een trap omhoog. Vlak voor de brug is een uitbouw met bankjes. Weer boven blijkt er een heel strategisch gepositioneerd cafeetje te zijn, uiteraard met uitzicht op de waterval.

Waterval bij Aneby

Waterval bij Aneby

aneby3

We eten een broodje, drinken een kopje thee en genieten van het mooie weer en het prachtige uitzicht. Dat er naast ons alweer een groepje Hollanders zit proberen we te negeren. Tranås is allesbehalve spannend, we stappen niet eens uit de auto. Ik zoek een binnendoorroute uit die ons terug brengt naar Jönköping. We rijden door glooiend open landschap dat ineens heel vlak lijkt vergeleken met de bergen die we hebben gezien. Als we een tak op de weg willen vermijden begint de bewuste tak ineens heel hard te kronkelen en rijden we er vol overheen! Een slang! Ieks! We stoppen niet om te zien of hij nog leeft, maar zitten bibberend in de auto. Ik ben natuurlijk goed aan het opletten of er nog ergens een eland te zien is, maar helaas. Wel zien we twee enorme vogels, die nog het meest lijken op zwart/grijze ooievaars. Kraanvogels dus. Weer in Jönköping gaan we naar het Tändstickmuseet (lucifermuseum). De luciferfabriek heeft de stad op de industriële wereldkaart gezet en was de grootste werkgever. Helaas is het niet echt een boeiend museum en staan we vrij snel weer buiten. Geen aanrader dus, het is vooral plaatjes kijken en infobordjes lezen. Beetje jammer. We eten iets bij de snackdonalds en rijden terug naar de camping om wat te relaxen. Van de campingeigenaar horen we dat de zwarte slang die we hebben geplet een niet-giftig exemplaar was. De Zweden noemen ‘em ‘snok’ (volledige naam Hasselsnok (Coronella austeriaca). Op de heuvel achter de camping groeien talloze bosbessenstruikjes. Gewapend met boterhamzakjes hebben we binnen een half uur een flinke oogst. Lekker voor het ontbijt!

11. Vrijdag 6 augutsus Jönköping – Knutstorp
Het is intussen nog veel drukker geworden op de camping en we besluiten dat het helaas tijd is om te gaan. We willen nog een paar dagen in het zuiden blijven voor we weer naar huis vertrekken. We pakken met gemengde gevoelens onze spullen in en rekenen af bij de receptie. Lammert wil graag naar het autoracemuseum in Anderstorp, dus dat is onze eerste stop van de dag. In Zweden hebben ze de logica van openingstijden nog niet helemaal uitgevonden; het museum is gesloten op vrijdag, zaterdag en zondag. Beetje jammer. We rijden dus nog even door. De E4 richting Helsingborg komt vlak langs het meer Bolmen, met daarin het eiland Bolmsö. Op dat eiland wonen Annemieke en Leo, Nederlanders met IJslandse paarden die zeven jaar geleden naar Zweden zijn verhuisd. Ik heb weleens met Annemieke gemaild en we besluiten om eens te gaan kijken waar ze wonen. Na even rondtoeren op het eiland vragen we aan de campingbeheerder of hij weet waar ze wonen. Met een inwonertal van slechts 300 mensen vallen Nederlanders natuurlijk wel op en hij legt ons uit waar we moeten zijn. We parkeren de auto op het erf naast een andere auto met gele platen en lopen een rondje. Er lijkt niemand te zijn, maar net op het moment dat we weer in willen stappen komen er mensen om de boerderij heen gelopen. Ze zijn er toch! En Annemieke weet nog wie ik ben. We eindigen buiten aan de tafel met een sapje en praten over paarden, emigreren en leven in Zweden. Als we weer in de auto zitten zijn we nog enthousiaster over wonen in dit land.

We rijden naar Ekeby en plunderen daar de tourist info en de supermarkt. We zoeken tevergeefs naar een camping en toeren daarbij door de omgeving. Uiteindelijk besluiten we om door te rijden naar Helsingborg en daar een camping te zoeken. Op een trekkerscamping langs de snelweg, waar je maximaal een nacht mag blijven, is nog wel plek. Het ziet er echter zo troosteloos uit dat we hier niet willen blijven. De camping in Helsingborg zit vol. Ze hebben alleen nog een camperplek voor ons, maar dan wel tegen het campertarief. We gaan geen 35 euro per nacht betalen voor een camping, dat is ruim twee keer zoveel als de normale prijs voor een tentje! We gooien het plan om nog twee dagen te blijven overboord en rijden terug naar het bos bij Knutstorp. We gaan wildkamperen! We gaan eerst naar de supermarkt om ons laatste Zweedse geld op te maken en boodschappen voor die avond en de terugweg te kopen. Ik geef 200 kronen uit aan Zweedse films die Engels ondertiteld zijn, zodat we thuis een beetje bekend kunnen raken met de taal. Daarna rijden we terug richting het bos. Het duurt even voor we een geschikte plek hebben gevonden. Wildkamperen is toegestaan, maar niet in de nabije omgeving van een huis, niet op een akker en ook niet in een natuurreservaat. En laat nou net overal waar we komen een reservaatbordje staan. Het is een uur of acht als we een houtvestersweggetje in draaien. Het is geen reservaat, niet in de nabijheid van een huis en we verwachten niet dat er op vrijdagavond nog bomen gerooid zullen worden. Voor de zekerheid lopen we de weg nog een eind af, maar het is echt verlaten. De grote tent opzetten is veel gedoe en onnodig. We slapen dus in de opgooitent, die past makkelijk op een open plek.

Opgooitentje in het bos

Opgooitentje in het bos

Gelukkig is het goed weer, het tentje lijkt niet erg waterdicht. Spannend hoor, wildkamperen. Het voelt toch een beetje als iets dat niet mag, alsof we het stiekem doen, en schrikken van ieder geluid. Een auto, een hond in de verte, vogels en Lammert hoort ’s nachts een beest aan de tent snuffelen. We lezen wat en gaan vroeg slapen.

12. Zaterdag 7 augustus Knutstorp SE – Groningen
Dit keer zijn we wel heel vroeg wakker. Lammert heeft geen oog dichtgedaan en is moe, maar we besluiten toch op te staan en zo snel mogelijk de boot naar Denemarken te pakken. Het is half 7 als we alles hebben ingepakt en weer in de auto zitten. Het is nog erg rustig op de weg en ook bij de boot zijn nergens rijen. Om 7.10 varen we naar de overkant. De reis terug naar huis is erg lang. We staan in Duitsland veel in de file. Eerst voor Lubeck, wat bijna een uur vertraging oplevert, daarna moeten we langs de 72km wegwerkzaamheden tussen Hamburg en Bremen. Wat een drama. Het is druk, we zijn moe en het is warm. Steeds zitten we vast in langzaam rijdend verkeer, om daarna weer een stukje 100 te kunnen rijden. Het gaat uren zo door. De parkeerplaatsen zijn overvol, iedereen wil even zijn benen strekken en wat drinken voor ze weer de ellende in duiken. Vlak voor Oldenburg is Lammert te moe om verder te rijden en neem ik voor het eerst in de vakantie het stuur over. Gelukkig hebben we verder geen problemen. Om half 5 zijn we terug in Groningen. Doodop. We gaan eerst douchen en vallen dan in slaap. Gelukkig hebben we beide nog ruim een week vrij om bij te komen van de vakantie!